Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Saul liet den Kenieten zeggen: [5]Gaat weg, wijkt, trekt af uit het midden der Amalekieten, [6]opdat ik u met hen niet wegruime; want [7]gij hebt barmhartigheid gedaan aan al de kinderen Israels, toen zij uit Egypte opkwamen. Alzo weken de Kenieten uit het midden der Amalekieten. 5. Deze korte afgebroken manier van spreken betekent dat zij zich moesten haasten in het opbreken. Zie dergelijke manier van spreken, Gen.18:6. 6. Dat is, dat ik u niet van gelijke doe als ik hun doen zal. 7. Dat is eigenlijk te verstaan van Jethro den Keniet, Mozes' schoonvader, van wien de Kenieten afkomstig waren.